Vrijwel alle kikkers en padden leven in vochtige omstandigheden. In het voorjaar in de voortplantingstijd gaan ze het water in om te paren en de eieren af te zetten.
Ze zijn daarom vaak te vinden bij het water maar veel van deze soorten zijn voornamelijk landbewonend.
Ze betreden het water buiten de voortplantingstijd alleen bij gevaar om te ontsnappen aan vijanden.
In het voorjaar trekken de geslachtsrijpe padden en kikkers naar hun geboortewater om daar te paren en kikkerdril af te zetten.
In het Beekdal zien we in het voorjaar parende kikkers en padden in de poelen. Ook zien we dan kikkerdril en zullen er padde– en kikkervisjes in de poelen en sloten rondzwemmen. Wat later krijgen deze visjes poten en groeien uit tot de volgende generatie kikkers en padden.
Kleine padjes kruipen aan land in Juni
Foto: Piet Spaans, Wikimedia Commons
In twee maanden zijn jonge gewone padden opgegroeid – van eitje tot kikkervisje tot padje – en in juni aan land gekropen. De jonge padden zijn nog heel klein, de kleinste maar een centimeter. Ook zijn ze zwart en hebben ze nog geen wrattige huid. Al snel kleurt hun huid lichter en krijgen ze de eerste bobbeltjes. In sommige jaren kruipen jonge padjes massaal aan land: een echte paddenregen. Als het heet is houden de kleine padjes zich nog wat langer gedeisd aan de oever. Padden zijn landdieren, die alleen als larve in het water leven en er terugkeren om zich voort te planten. Bij langere warme en droge periodes zoeken ze het water nog wel eens op.
Verschil tussen pad en kikker:
Kikkers en padden zijn beiden amfibieën uit de familie van de kikvorsachtigen. Ze lijken heel erg op elkaar maar toch zijn er een aantal duidelijke fysieke verschillen.
- De achterpoten: kikkers springen meer dan padden. Hiervoor hebben ze langere achterpoten nodig, poten die langer zijn dan de lengte van hun lichaam. Bij padden zijn de poten korter omdat ze doorgaans over het land lopen in plaats van te springen.
- Zwemvliezen: omdat kikkers een groot deel van hun leven doorbrengen in het water zijn hun tenen voorzien van zwemvliezen. Padden hebben doorgaans geen zwemvliezen.
- De huid: een kikkerhuid is glad en vochtig terwijl een pad een drogere en wrattige huid heeft.
- Lichaamsbouw: een kikker ziet er atletisch uit met lange poten. Een pad is molliger en heeft een gedrongen lichaam met kleine poten.
- Afzet van de eieren: kikkers leggen hun eieren in groepen bij elkaar. Padden leggen ze in lange rijen.
Heksensnot of sterrenschot
In deze tijd van het jaar is de kans groot langs de oever van het water sterrenschot aan te treffen, ook wel heksensnot genoemd.
Sterrenschot of heksensnot is het prooirestant van roofdieren of vogels nadat ze een vrouwelijke kikker of pad hebben gegeten.
Zitten er in de kikker of pad nog eitjes dan zwellen deze op door de spijsverteringssappen in de maag van de predator. De predator spuugt deze geleiachtige brei dan weer uit en dat noemen we dan heksensnot of sterrenschot.
Bronvermelding
Wikipedia kikkers – https://nl.wikipedia.org/wiki/Kikkers
Wikipedia padden – https://nl.wikipedia.org/wiki/Padden
https://www.tuinadvies.nl/artikels/kijk_uit_voor_overstekende_padden
https://www.natuurpunt.be/pagina/kikkers-en-padden
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=16581