Deze grafheuvel met de zo kenmerkende berk op de top is van alle kanten goed zichtbaar in het landschap. Mevrouw J. Goekoop-de Jongh deed een onderzoek in 1910. Ze liet (zonder echte wetenschappelijke kennis) zes heuvels doorgraven door 3 arbeiders. Er werden enkele klokbekers gevonden. Bijzonder was de vondst in deze heuvel van een rechthoekige, platte rode steen, met gaten in elk van de vier hoeken. Boogschutters gebruikten dit ter bescherming van de pols. Het kan ook zijn dat deze stenen polsbeschermers een statussymbool waren en dat men voor het boogschieten meer leren beschermers gebruikte. Ook vond mevrouw Goekoop-de Jongh een ‘nietendolkje’. Deze vondst is helaas verloren gegaan in WOII. Deze bijzondere voorwerpen werden in deze heuvel gevonden. Men nam aan, dat het daarom om een hoog geplaatst persoon ging, vandaar de symbolische naam Koningsheuvel (want van een echte koning was natuurlijk geen sprake).
Lees meer over de nieuwste ontdekkingen in de archeologie over grafheuvels.
Bron: Vereeuwigd landschap, Wandelen door schilderachtig Wolfheze, uitgegeven door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek